Schrijven is een kunst. Misschien wel een zwaar onderschatte vorm van kunst. Een vorm van kunst die iedereen beheerst, zo lijkt het wel.
Ik schrijf een boek,
jij schrijft een boek,
hij schrijft een boek,
wij schrijven een boek,
jullie schrijven een boek,
zij schrijven een boek.
Iedereen schrijft een boek. Bekende Vlaming, sportman, kapper, professor, poetsvrouw en jawel, zelfs auteurs schrijven boeken.
Is het dan de droom van iedereen om een boek te schrijven? Ik begrijp het wel, misschien was het stiekem ook mijn kinderdroom. Van kindsbeen af schreef ik graag opstelletjes. Of toneeltjes die ik dan opvoerde op het jaarlijkse kerstfeest.
Tot het moment dat ik journalist werd. Bijna wekelijks moest ik een artikel schrijven over de zoveelste mens (niet: auteur) die een boek schreef.
En toen kwam ik erachter dat het schrijven van een boek misschien toch niet voor iedereen weggelegd is. Heel wat mensen hebben ongetwijfeld een erg interessant verhaal te vertellen. Ik luisterde met open mond naar hun verhalen. Tot ik hun boek opensloeg en het plots een bijzonder saai verhaal vond. Misschien is schrijven een kunst die toch niet iedereen beheerst?
Conclusie: ik schrijf geen boek.
Totdat…
Een dansschool viert haar jubileum met een boek en ik mag helpen. Een boek vol archiefmateriaal? Nee, een sprookjesboek. “Verwijs naar de verschillende dansstijlen die we aanbieden in onze dansschool. Voor de rest: maak er wat van.” Zo luidt de opdracht.
Wat was het een zaligheid om te mogen schrijven, om zelf een verhaal te verzinnen en toch niet mijn eigen verhaal te moeten brengen. Ghostwriting wordt dat genoemd. Wat heb ik me kunnen uitleven als ghostwriter.
Dus:
Heb gerust de pretentie om jouw verhaal op te dringen aan de wereld. Maar je moet niet de ambitie hebben om de tekst zelf te schrijven. Vraag daarvoor een ghostwriter die gek is op verhalen schrijven.